Verdieping: energiebesparingspotentie per buurt met geen-spijtmaatregelen

Energie besparen en gebouwen beter isoleren zijn de eerste stappen in de warmtetransitie. De gemeente heeft nog geen specifieke doelstellingen geformuleerd. Naast het stimuleren van maatregelen is bewustwording en informatie ook van essentieel belang. Deze aandachtspunten neemt de gemeente mee in het uitwerken van het vervolg. Het isoleren van gebouwen en het nemen van maatregelen die het aardgasverbruik terugdringen, helpt om gebouwen voor te bereiden op een aardgasvrije warmteoplossing. Dat noemen we ook wel aardgasvrij-ready. Meer hierover leest u in het onderdeel ‘Oplossingen’.

Gebouweigenaren kunnen direct aan de slag met energiebesparing, maar deze aanpassingen kosten geld en zijn niet altijd eenvoudig uitvoerbaar. Het minimaal benodigde isolatieniveau hangt ook af van de uiteindelijke warmteoplossing. Voor een individuele all-electric warmtepomp is bijvoorbeeld minimaal schillabel B nodig, voor een hybride warmtepomp of aansluiting op een warmtenet is label C of D voldoende (dit is afhankelijk van de temperatuur van de warmteoplossing).

We maken daarom onderscheid in geen-spijtmaatregelen en aanvullende maatregelen. De geen-spijtmaatregelen zijn altijd lonend en toepasbaar, onafhankelijk van de warmteoplossing. Wie meer energie kan of moet besparen, kiest ook voor de aanvullende maatregelen. Deze staan ook weergegeven in de figuur in het hoofdstuk ‘Zelf aan de slag’.

Geen-spijtmaatregelen

Om handen en voeten te geven aan de gemeentelijke ambitie voor energiebesparing, is een analyse gedaan van de gehele woningvoorraad in de gemeente. Er is gekeken welke geen-spijtmaatregelen kansrijk zijn. Dit zijn maatregelen die financieel en technisch het zogeheten laaghangend fruit zijn, en relatief gezien niet teveel gedoe of kosten met zich meebrengen. In de bijlage is het overzicht te vinden waarin per buurt is berekend welke energiebesparing haalbaar is met geen-spijtmaatregelen en welke kosten daarbij komen kijken per woning.

Kort samengevat zijn de uitkomsten van deze analyse naar geen-spijtmaatregelen:

  • Circa 20% van de warmtevraag in de gehele gemeente Harlingen kan bespaard worden door geen-spijtmaatregelen toe te passen;

  • Dit komt neer op een totale jaarlijkse besparing van:

    • energie (warmte) 52 TJ

    • 1.6 miljoen kuub aardgas

    • 3 miljoen kilogram CO2;

  • De totale kosten om alle maatregelen (leidend tot 20% warmtebesparing) toe te passen in de hele gemeente, wordt ingeschat op €74 miljoen;

  • Investeringskosten per woning worden ingeschat op €10.000,-. Door verschillen tussen woningen, zal dit gemiddelde sterk kunnen afwijken per woning[4].

[1] Gericht op isolatiemaatregelen. Berekend op basis van het toepassen van HR++-glas, kierdichting, dak,- spouwmuur- en vloerisolatie. Het huidige warmteverbruik, de isolatiemogelijkheden en de maximale energiebesparing zijn per CBS-buurt berekend voor alle woningen (dus exclusief andere gebouwen) op basis van het bouwjaar, het woningtype en het huidige energielabel (indien beschikbaar).

[2] In de bijlage ‘Verdieping: toelichting op gebruikte energie-eenheden’ is een toelichting op de gebruikte energie-eenheden opgenomen.

[3] Om 17,5% op de warmtevraag van de woningen te besparen dient 83% van alle geen-spijtmaatregelen uitgevoerd te worden. Hiermee bedoelen we het toepassen van HR++ glas, kierdichting, dak-, spouwmuur- en vloerisolatie in 83% van alle woningen waar dit mogelijk is. Woningen die al goed geïsoleerd zijn hoeven geen maatregelen te treffen.

[4] Alleen gerekend voor de woningen waar (een deel van) deze maatregelen nog getroffen kunnen worden.

[5] Onder de term ‘gebouwde omgeving’ verstaan we het geheel van alle gebouwen. Dat omvat dus woningen, maar ook bijvoorbeeld winkels, kantoren, scholen en andere maatschappelijke instellingen.