Het doel van de Nederlandse overheid is om in 2050 geen schadelijke broeikasgassen zoals CO2 meer uit te stoten. Door minder aardgas te gebruiken en uiteindelijk alle gebouwen aardgasvrij te maken, verminderen we de uitstoot van CO2. Zo voorkomen we dat het klimaat verder opwarmt.

Daarom gaan we de komende dertig jaar dingen anders doen. Nu gebruiken we aardgas om gebouwen te verwarmen, te koken en om warm te douchen. De komende jaren gaan we over op duurzame warmtebronnen. Deze verandering wordt ook wel de warmtetransitie genoemd.

De warmtetransitie is niet van de één op de andere dag klaar. Er komt veel bij kijken. Een goede visie om de warmtetransitie voor te bereiden is daarom belangrijk. Door hier nu over na te denken, zijn we er straks beter klaar voor. Dat doet de gemeente Harlingen - samen met de buurgemeente Waadhoeke - door een Transitievisie Warmte op te stellen. Door dit samen te doen, kunnen we van elkaars kennis en ervaring leren. Niet alleen de gemeenten Harlingen en Waadhoeke doen dit; de Rijksoverheid heeft alle gemeenten in Nederland ook gevraagd een Transitievisie Warmte op te stellen.

De Transitievisie Warmte is als het ware het spoorboekje naar aardgasvrije gebouwen in de gemeente Harlingen in 2050. Dat einddoel staat vast, maar we weten nog niet precies hoe we er komen.

Direct van het aardgas afgaan is vaak te duur en ingewikkeld. Daarom zetten we eerst in op het zoveel mogelijk voorbereiden van alle gebouwen op een aardgasvrije toekomst. Zo zijn we optimaal voorbereid om voor 2050 alle gebouwen aardgasvrij te kunnen maken. In de Transitievisie Warmte stippelen we uit welke routes we kunnen nemen voor de verschillende dorpen en buurten en moedigen we iedereen aan om zogenaamde geen-spijtmaatregelen te treffen: maatregelen die het energiegebruik beperken en altijd lonend zijn.

We staan nog maar aan het begin van de warmtetransitie. Gaandeweg krijgen we steeds meer kennis en ideeën en wordt nieuwe kennis opgedaan. Daarom willen we onze Transitievisie Warmte in ieder geval iedere vijf jaar aanvullen met de nieuwste kennis en inzichten.