Plannen maken voor de energietransitie
Er worden op verschillende schaalniveaus plannen gemaakt om de energie- en de warmtetransitie te versnellen. Hieronder lichten wij de belangrijkste plannen kort toe.
Internationale plannen
Het meest relevante plan voor de huidige internationale klimaataanpak is het VN-klimaatakkoord van Parijs. Hierin is afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C . Met een duidelijk zicht op 1,5°C. Het klimaatakkoord van Parijs is door Nederland in 2016 ondertekend namens de 28 lidstaten van de Europese Unie[1] en vormt de basis van de Europese en Nederlandse plannen.
Nationale plannen
Op landelijk niveau is in 2019 het Klimaatakkoord vastgesteld waarin onze nationale doelen zijn vastgesteld in relatie tot de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Ook wordt op nationaal niveau gewerkt aan wetten en regelgeving om bijvoorbeeld de energietransitie betaalbaar te maken én houden voor iedereen.
Regionale plannen
Regionaal wordt gewerkt aan de Regionale Energie Strategie, ook wel de RES genoemd. Hierin werken gemeenten samen om te bepalen waar duurzame elektriciteit in de toekomst wordt opgewekt. Dat kan bijvoorbeeld door windmolens en zonnepanelen te bouwen. Ook wordt in de RES bekeken welke en hoeveel duurzame warmtebronnen in de regio beschikbaar zijn. Dat staat in de Regionale Structuur Warmte (RSW). In de RES Fryslân kunt u meer lezen over de plannen in de provincie Fryslân.
Lokale plannen
De gemeente Harlingen is sinds augustus 2021 aan de slag gegaan met he opstellen van haar Duurzaamheidsagenda[2]. In de duurzaamheidsagenda van Harlingen staat welke programma’s en stappen de gemeente gaat nemen om te zorgen voor een duurzame toekomst.
De gemeente Harlingen is vanaf 2021 begonnen met het opstellen van haar Transitievisie Warmte. Dat doet de gemeente samen met de gemeente Waadhoeke. Ook in het vervolg wordt er gekeken of er kansen zijn om samen op te trekken met de gemeente Waadhoeke.
Waar de Transitievisie Warmte niet over gaat
In de Transitievisie Warmte stippelen we alleen de route uit voor gebouwen zoals huizen en bedrijfsgebouwen. De industrie valt hier niet onder. Daar wordt aardgas namelijk niet alleen maar gebruikt om het gebouw warm te houden, maar ook om bijvoorbeeld producten te maken of om afval te verbranden. Daarvoor zijn de alternatieve verwarmingsmethoden die in deze Transitievisie Warmte worden beschreven, niet geschikt.
De Transitievisie Warmte gaat daarnaast alleen over gebouwen waarvan de bouwvergunning voor het jaar 2018 is verleend. Alle gebouwen die na 2018 zijn gebouwd, zijn al aardgasvrij.